woensdag 3 december 2014

De rouw en de liefde

Het is bijna een jaar geleden dat ik aan de laatste icis begon. En dus bijna een jaar geleden dat ik de laatste negatieve test in handen heb gehad. Een jaar waarin zoveel gebeurd is. Het jaar waarin ik heb moeten leren omgaan met een intens verdriet. Het verdriet van afscheid nemen van het liefste wat ik zou willen; mama worden. Maar waarin ik ook weer van het leven ben gaan genieten, de liefde ben gaan ontdekken en heb gevonden.

De rouw en de liefde, soms een hele ingewikkelde combinatie. In juli kwam P m'n leven ingechat. Op 1 augustus hebben we elkaar voor het eerst ontmoet en sinds ik half augustus terug kwam van vakantie, zijn we niet meer van elkaars zijde afgeweken. Een leuke, lieve en zorgzame vent, co-ouder van 2 kids. Grote, brede schouders waar ik heerlijk tegen aan kan kruipen. En lange, sterke armen die mij troosten bij m'n verdriet die nog steeds zo aanwezig is.  

Eind augustus werd hij getroffen door een herseninfarct. Halfzijdige verlamming, gevoelsstoornis, verstoorde spraak. Voor hij het weet ligt hij op de Stroke-unit en wordt hij getromboliseerd. Hij herstelt goed. Spraak herstelt direct en het gevoel in zijn arm en been komt in de weken daarna weer terug. Nu blijft alleen nog een verstoorde fijne motoriek en de verlammende en alles overheersende vermoeidheid over. En onze liefde. Want die is er ondanks de heftige start. We zijn samen en gaan samen de strijd aan om zijn herstel zo goed mogelijk te laten verlopen. En tussendoor is daar mijn verdriet. Het verdriet waar hij zo respectvol mee omgaat. Waarvoor hij steeds weer opnieuw open staat, zijn armen om me heen slaat en mijn tranen wegkust. Die hij niet wegwuift, probeert goed te maken met loze opmerkingen. Verdriet dat hij vol troost er gewoon laat zijn. Hij hoopt dat zijn kindjes mij een beetje het gevoel kunnen geven ook deel uit te maken van een eigen gezin. Samen kijken we uit naar Sinterklaas en Kerst en bedenken hoe we het willen vieren. Zijn kinderen die ik in korte tijd goed heb leren kennen omdat de situatie rondom het cva daar om vroeg.

Velen van mijn lezers volg ik al jaren op twitter. Heb intensief met hen meegeleefd en hun medeleven gevoeld. Op dit moment is mijn hoofd en leven te vol daarvoor. Vol van alles wat er op mijn pad is gekomen de laatste maanden. Was ik eerst aan het overleven in een icsi-traject, toen in de rouw om mijn onvervulde kinderwens, nu probeer ik mij staande te houden in een revalidatietraject en het draaiende houden van het gezin van mijn lieve vriendje. En het opbouwen van een relatie die een knallende start heeft gehad. Een tijd waarin we elkaar door en door hebben leren kennen. Een periode waarin ruimte is geweest voor veel lach en ook veel tranen, zowel bij hem als bij mij. Waarin we elkaars familie en vrienden hebben leren kennen, sommige iets sneller dan we vooraf hadden bedacht!

De rouw en de liefde. Een mooie en bijzondere combinatie. Ik voel me gelukkig met mijn lief. Praat veel over mijn niet vervulde wens, het verdriet dat dat op roept en het nog altijd aanwezige ongeloof dat ik nooit moeder zal worden. Ik blijf het onbegrijpelijk vinden. Voel me soms lam geslagen door alle tegenslagen de afgelopen jaren. Wanneer houdt het op? Ik ben moe en toe aan vakantie. 
En ik geniet van alles wat ik wel heb. Kijk naar voren, een toekomst samen met mijn lief en zijn 2 kinderen. Samen een fijn thuis maken voor als zijn kinderen bij hem zijn. Samen. Wat klinkt dat fijn. Dat maakt de rouw een stukje minder rouw. 

dinsdag 20 mei 2014

Toegeven

Al dagen prikken er tranen in m'n ogen. Ze zijn er, komen op, af en toe laat ik er één of twee toe en dan druk ik het weer weg. Ik zeg lachend tegen vriendinnen dat ik wat emotioneel ben. "Komt wel weer goed, moet er even uit". 
En sinds vannacht komen ze er uit. Een doffe pijn, diep vanuit mijn binnenste, werkt zich naar buiten. Een knoop in m'n maagstreek, een vuistslag in m'n buik. Rouw. Intense rouw om het verliezen van mijn kinderwens. Mijn droom. Mijn beeld van later; ik als moeder. Het verdriet dat dit niet gaat gebeuren is zo rauw. Doet zo'n pijn. Ik kon het de afgelopen tijd niet toelaten. Wilde het niet toelaten. Het ging goed met me, voelde me goed, aandacht van mannen deed me goed. Maar nu moet het er uit. 

Tranen vloeien al de hele dag. Onrust in mijn lijf. De neiging om weer weg te gaan, af te spreken, mensen op te zoeken. Weg van thuis. Daar waar ik mijn kindje zou gaan opvoeden, wat een thuis zou worden van mijn gezin, mijn eigen gezin. Weg, weg, weg. Naar buiten. Laten zien hoe leuk het leven is, hoe leuk mijn leven is, wat voor leuke dingen ik allemaal doe.
Mijn fijne thuis wat even niet meer fijn voelde. Waar ik niet meer tot rust kwam maar waar onrust zich van me meester maakte. Waarin ik continu op zoek was naar aandacht van anderen, bevestiging zoekend hoe leuk ik ben, hoe leuk het leven is, hoe leuk het met mij is. 

Maar vandaag moet ik toegeven aan mijn pijn. Het verdriet is niet meer te stoppen. Gelukkig maar. Het moet er uit, het verlamd me, maakt me ongelukkig, ongedurig. In plaats van te genieten van wat Leuke Man en ik wel hebben, ben ik alleen maar gericht op wat ik niet heb. Ik zie hem te weinig, hij appt ineens te weinig, hij is toch niet mijn type, dat losse gedoe is niets voor mij. 
Ik hang de hele ochtend rond in mijn huis. Loop heen en weer, rommel wat rond maar doe niet echt iets. Trek sportkleren aan en ga op de bank zitten. Stap uiteindelijk zonder gesport te hebben onder de douche. Onrust in mijn hele lichaam, in mijn hele zijn. 

Uiteindelijk stap ik op mijn fiets. Zonder plan, met twee flesjes water, muziek op mijn oren, ga ik fietsen. Het bos in. Tranen stromen over m'n wangen. Ik laat het toe. Ik laat het gevoel toe dat van binnenuit naar buiten moet. Diepe doffe pijn. Ik zal nooit moeder worden. Ik zeg het hardop tegen mezelf. En voel wat ik voel. Pijn zoals niemand het had kunnen voorspellen, zoals niemand het kan uitleggen. Diepe, intens diepe pijn.

Ik fiets en ik voel. Ik denk en denk even helemaal niet. Ik voel en huil. Ik huil. Ik geef toe. Ik ben zo enorm verdrietig dat ik nooit moeder zal worden. Ik vecht even niet meer. Ik laat het toe. En geef aan mezelf en aan anderen toe dat ik zo enorm verdrietig ben dat het pijn doet. Heel erg veel pijn.

zondag 11 mei 2014

Een tijdje later...

Het is alweer even geleden dat ik heb geschreven. Even geleden dat de laatste icsi-poging een feit was. Even geleden dat mijn naarste droom werkelijkheid werd. 
En het leven gaat gewoon door. Gelukkig maar. Al staat het soms nog steeds ineens heel hard stil. Vandaag is zo'n dag. Moederdag. Eigenlijk helemaal niet bij stil gestaan van te voren. Tot anderen me er op wezen; anderen die in hetzelfde schuitje zitten. Dat schuitje waarin we eigenlijk niet willen zitten; die van ongewenst kinderlozen. Maar vandaag word ik er vooral op gewezen door alle moeders om mij heen. Moeders, trotse moeders, terecht trotse moeders, die de knutsels en met liefde gemaakte kado's showen op facebook. De één na de ander. Ik kan er niet boos om zijn; ik snap het. Het is mijn pijnpunt, hun trots is mijn verdriet. En het is verdomd confronterend. En ineens weer zo'n besef-moment; ik ga dit nooit meemaken. Ik zal nooit een moederdagkadootje van mijn eigen kindje krijgen. Zal nooit vol liefde kijken naar een vreselijk lelijk knutselding en zeggen dat het het allermooiste kado is dat ik ooit heb gekregen. En dan word ik ineens weer heel hard in het rouwproces gegooid. Dit doet pijn. Het maakt me verdrietig. En boos; waarom toch? Waarom mag ik geen mama worden? Ik weet dat het geen zin heeft om die vraag te stellen, krijg er geen antwoord op. Maar man, wat vind ik het soms oneerlijk.

Het rouwproces is een komen en gaan van gevoelens en gedachten. Soms is het goed zo. Dan besef ik weer hoeveel ik wel heb. Ik geniet van de vrijheid die ik heb. De vrienden waar ik leuke dingen mee doe en mijn verhaal aan kwijt kan. Een nieuwe baan waar ik per 2 juni aan ga beginnen. Vol met nieuwe uitdagingen op werkvlak en hopelijk een boost in mijn priveleven door de leuke mensen die in het ziekenhuis en op de afdeling werken. Ik heb er zin in!
Ik geniet van het daten met een leuke man. Vinden elkaar leuk. Zien elkaar graag. Hoe het gaat lopen is onduidelijk; hij is eigenlijk nog niet klaar voor een nieuwe relatie. Zijn kinderen staan op nummer 1. Dat maakt hem een mooie, fijne man. De situatie daardoor wel ingewikkeld. En soms confronterend. Hij begrijpt dat, ziet dat, erkent mijn gevoel. Fijne, leuke man. Ik geniet er van. 
En op een dag als vandaag laat ik mijn verdriet dan ook maar toe. Vooral door lieve woorden van mijn vriendinnen. Vriendinnen uit het schuitje. Maar ook vriendinnen die moeder zijn en mijn verdriet zien. En er voor open staan. Het is fijn dat het er mag zijn. Hoeft niet de hele dag. Heel even maar. Even een stukje erkenning dat er vrouwen zijn die zo enorm graag moeder hadden willen worden maar waar het leven anders is gelopen. 
Ik droog mijn tranen en ga mijn eigen moeder verwennen. Haar aandacht geven. Een kado en een gezellig etentje. 
En dan kruip ik vanavond dicht tegen Leuke Man aan. En geniet. 

Het rouwproces gaat door. Iedere dag weer. Soms heel hard, soms is het sluimerend aanwezig. En soms is het goed zo.

woensdag 19 februari 2014

Gesprek

Vanmorgen heb ik een gesprek gehad met de ivf-arts van het ziekenhuis. Ik had zelf om dit gesprek gevraagd. Als afronding van het ivf-traject. Nog eenmaal praten met dr. T, mijn favoriete arts. 
De afgelopen dagen ging ik steeds meer tegen het gesprek op zien. Afrondend gesprek, weer naar de afdeling, daar zitten tussen al die stellen met nog zoveel hoop in de ogen. Ik vroeg mezelf regelmatig af of dit wel het juiste moment is voor het gesprek. Ben ik er al aan toe om het proces echt af te ronden? Met hem nogmaals alle pogingen door te nemen, concluderend dat het niet zo heeft mogen zijn. Had ik daar nu echt behoefte aan? Zou het goed voor me zijn om dit door te maken? Zou het zorgen dat ik een stapje verder zou kunnen komen in mijn rouwproces? Ik besloot vanmorgen om toch heen te gaan. Open, strijdend en met nog in ieder geval één vraag die voor mij belangrijk is in het verwerkingsproces; mocht ik nog een 4e poging willen doen, zouden ze dan mee werken. Niet dat ik echt nadacht over een 4e poging, maar wilde wel het antwoord meenemen in mijn gedachten. Stel dat hij er geen vertrouwen meer in zou hebben, dan maakt het mijn verwachtingen en overweging over wel/niet een 4e poging ook anders.

Zodra ik de kamer binnenstap, schieten de tranen in m'n ogen. Shit, confrontatie. 
Dr. T begint zijn praatje, gaat terug naar het moment dat ik ruim 3 jaar geleden als patiënt binnen kwam, bladert wat in mijn status en vraagt vervolgens wat ik van hem verwacht in dit gesprek. Ik geef aan, tranen stromend over mijn wangen, dat ik denk dat ik dit als afrondingsgesprek zie maar dat ik nog wel de vraag heb over een eventueel vierde poging. 
Hij kijkt me verbaasd aan. Geeft aan dat hij niet verwacht had dat ik hier zou komen zeggen dat het genoeg is geweest. Te willen stoppen met dit slopende, emotionele traject. Hij begrijpt het wel. En geeft aan dat hij, nu hij hier zo met mij zit, er toch ook weer niet zo verbaasd over is. Dat hij mij heeft leren kennen als iemand die haar grenzen bewaakt, nuchter maar ook emotioneel is en voor alles met 100% vertrouwen dit traject is ingestapt. Iemand die alle stappen wel overwogen heeft genomen.
Als ik hem vraag of hij er nog vertrouwen in zou hebben als ik toch nog een poging zou doen, zegt hij direct en duidelijk ja. "Ja, die vierde poging zouden we zeker nog aandurven." Als ik aangeef dat ik niet zo'n volmondig ja had verwacht en dat hij daardoor verwarring veroorzaakt, moeten we beiden lachen.
We spreken over kansen en verwachtingen. Het is bewezen dat met iedere poging, de kans op een zwangerschap kleiner wordt. Dat ik daarnaast statistisch gezien minder kans heb op een zwangerschap vanwege mijn leeftijd. We spreken ook over het gevolg, het niet doen van nog een poging. Het feit dat ik dan zeker en voor altijd (biologisch gezien) ongewenst kinderloos zal blijven. BAM. Wat blijft dat toch moeilijk en hard om uit te spreken. Ik huil mijn pijn er uit. Hij pakt mijn handen vast en knijpt er even in. Wat is het toch een fijne arts. 

We spreken over wat de kosten zijn van een poging. Hoe het in z'n werk gaat. Welk medicatieschema er dan gebruikt gaat worden. Maar we spreken ook over wat het betekent als ik het niet doe. Kan ik over 5 jaar dan nog steeds met een goed gevoel terugdenken aan deze beslissing? Want dat is mijn angst op dit moment; stel ik besluit dat het hier bij blijft, denk ik dan over 5 of 10 of 20 jaar niet, had ik toch nog maar die ene poging gedaan?
Dr. T geeft aan dat dit iets is wat ik zelf zal moeten gaan uitzoeken. Dat dat mijn vraag zal doen beantwoorden of het echt genoeg is geweest. Zij willen nog 1 x meewerken als ik hiervoor zou kiezen. Niet oneindig, nee nog 1 x. Maar wel met vertrouwen.

Zou ik het nog een keer kunnen? Nog een keer vol vertrouwen het traject instappen? 
Stel ik mijn rouwtraject uit door nog een poging te wagen? Doe ik het om aan dit verdriet te ontsnappen? Het verdriet uit te stellen? 
Wat als het weer niet lukt? Val ik dan nog dieper dan ik me nu al voel zitten? Of zal er een gevoel van berusting zijn? Dan heb ik er echt alles aan gedaan.... Maar wat is alles er aan gedaan hebben? Moet ik dan ook niet naar het buitenland, zoals zovelen? Ik zie dat persoonlijk helemaal niet zitten. Vind het traject al zwaar zat zonder reis-ellende, vrije dagen, experimentele behandelingen etc. Daarbij echt iedereen die er wel voor kiest in zijn waarde latend. Je kiest wat voor jou goed voelt in dit traject. Gevoelsmatig heb ik er alles aan gedaan. Dat had ik eigenlijk al na de mislukte poging 2. En toch ging het toen ook weer kriebelen. Er is een kans dat ik zwanger raak. Ik ben zwanger geweest. Mijn lichaam kan het. Moet ik die kans dan toch niet met heel mijn hart, mijn hele wezen aangrijpen?
Ik weet het niet. Ik weet het echt niet. Ik ga het laten bezinken. Er over nadenken. Praten met anderen. De voors- en tegens tegen elkaar zetten. Maar vooral luisteren naar wat mijn gevoel zegt. Dat kan nu even niet, het is te warrig in mijn hart en hoofd. Dat komt straks wel weer. Nu eerst aarden, bijkomen van dit gesprek. En dan kijk ik weer verder.

zondag 16 februari 2014

Afscheid

Afscheid nemen. Ik ben daar sowieso niet zo goed in. Ben een nogal emotioneel persoon en kan nog steeds huilen als mijn beste vriendinnetje terug naar Engeland gaat waar ze al jaren woont. En ondanks dat ik haar regelmatig zie en bijna dagelijks op de app spreek, voelt het steeds weer als afscheid nemen. 
En nu moet ik afscheid nemen van mijn kinderwens. 

Hoe kan ik afscheid nemen van iets wat zo in mij zit? Ik kan het niet omschrijven, mijn kinderwens. Het is er, het is een deel van mijn zijn. Het heeft ook met toekomstverwachtingen te maken, dromen die ik heb, beelden die in m'n hoofd zitten van een leven met een kindje. 
Vijf jaar geleden begon ik serieus over het alleenstaande moederschap na te denken. Een lang en zwaar traject volgde. En nu sta ik op het punt om hier afscheid van te nemen. Maar hoe doe je dat? Hoe neem je afscheid van iets wat je zo graag wenst maar niet gaat komen? Van een geliefde kan je afscheid nemen en herinneringen koesteren. Herinneringen ophalen. Met anderen maar ook alleen.
Hoe neem ik afscheid van een kindje wat er nooit is gekomen? Waar ik zo intens naar verlangt heb. Wat tot tweemaal toe heel dichtbij is geweest maar weer uit mijn leven verdween. Ik wil geen afscheid nemen van dit kindje. Ik wil dat het naar me toe komt zodat ik het kan koesteren, lief hebben, groot kan brengen.

De counselor helpt mij in dit verdriet. Ze wijst mij een weg, biedt handvatten. Ik ga terug naar mijn wens, helemaal terug naar het begin. Ik voel en ervaar mijn wens opnieuw. De spanning van het nemen van deze stap. Het mogen dromen van een kindje dat in mijn buik zal groeien. Het bedenken van namen. Hoe zal het straks zijn om een kindje te mogen krijgen? Het op te voeden, jezelf in te herkennen, onvoorwaardelijke liefde te mogen geven. 
Ik ga terug naar mijn wens en schrijf het op. Ik schrijf het naar mijn zo gewenste maar niet gekomen kindje. Wat doet het pijn om te schrijven hoe erg ik naar dit kindje verlang, wetende dat het niet gaat komen. Ik vertel mijn kindje over mijn verwachtingen, mijn dromen, mijn wens.

De andere kant is dat het schrijven orde schept in mijn verdriet. Het maakt het mogelijk om het verdriet in porties te ervaren. Heel bewust een moment op de dag te kiezen om te schrijven, het verdriet te ervaren. En daarna doe ik het schrift weer dicht. Stop het in mijn wensdoos, waar ik door de jaren heen van alles heb verzameld die met mijn kinderwens te maken hebben. Kaartjes, briefjes, papieren van het ziekenhuis, zwangerschapstesten, hormonen, kleertjes, knuffeltjes. Ik durf momenteel nog niet in de doos te kijken. Hij staat in de kast en daar staat hij voor nu goed. Ik open de doos om het schrift er uit te halen en er weer in te stoppen. Meer niet. 
Helaas blijft het onrustig in mijn lijf en hoofd, ook als het schrift in de doos zit. 

Het gaat niet goed met me. Ik merk het aan alles. Ik slaap slecht. Bijna niet. Merk dat ik op ben. Emoties borrelen continu in mijn lijf. Mijn hoofd is 24/7 aan het denken. Lukt me niet om uit te zetten. 
Leuke man is net zo hard weer uit mijn leven gerend als hij erin kwam. Het was intens, mooi, bijzonder. Maar te vroeg, vooral voor hem. Ook hem zal ik moeten loslaten. Vind ik moeilijk. Hou graag alles vast. 
Ik maak vandaag een pas op de plaats. Zeg een afspraak met vriendin I af. Ik kan het niet. Het geeft me spanning en stress om ergens heen te moeten, sowieso om dingen te moeten. 
Ik moet slapen. Een goede nacht slapen. En rust vinden in mijn hoofd. Maar hoe doe je dat als je afscheid moet nemen van zo iets essentieels als een kinderwens? Ik ga het proberen. Vanavond weer opnieuw. Hoofd uit, gedachten uit, rust. Ik hoop dat het gaat lukken. Ben moe. Ontzettend moe.

woensdag 5 februari 2014

Verwarring

De afgelopen weken zijn als een razende voorbij gegaan. Stond de wereld in eerste instantie nog compleet stil toen ik de negatieve test in handen had, daarna stopte de sneltrein niet meer. Ik was ergens opgesprongen en wist niet meer goed hoe er af te stappen. Ik voelde me verdrietig, enorm verdrietig. En eenzaam. Wat is dat toch een naar gevoel dat niemand zou mogen voelen. Eenzaamheid is naar.

Ondanks alle steun van de mensen om me heen, zowel privé als collega's op het werk, niemand kon me echt troosten. En nog steeds niet. Het verdriet zit diep en als het komt dan voel ik me er letterlijk door overspoeld. Ik merk dat ik op die momenten mijn hoofd buig, dat mijn schouders naar voren gaan hangen en het lijkt alsof er iets van achter over me heen walst. En ook van binnenuit borrelt het. Een gevoel vanuit mijn buik. Het komt op en laat een diep gat achter. En dan zit ik daar. Gebroken. 

En toch zijn er ook mooie dingen gaande. Wat ik dan weer enorm ingewikkeld vind. Want ik ben verdrietig en ik rouw om het niet kunnen vervullen van mijn kinderwens. En daar horen blije gevoelens niet bij. En toch zijn ze er.
Ik voel opluchting dat het traject voorbij is. Dat ik geen hormonen meer hoef te spuiten. Dat ik niet meer naar het ziekenhuis hoef voor echo's. Niet meer steeds die kleine spannende stapjes die het ivf-traject nu eenmaal inhoudt. Heb je het ene stapje genomen, dan staat de volgende alweer voor je klaar. Heb je de ene hobbel gehad, dan komt die ander er direct achteraan. 
Maar wat me het meest in verwarring brengt is het gevoel dat ik weer een toekomst heb gekregen. Terwijl ik dacht dat het leven na het niet vervullen van mijn kinderwens, zou stil staan. Want in mijn toekomst hoort een kindje, een lief klein kindje van mij. Die ik zou dragen, baren, lief hebben, beschermen en groot zou brengen. En die toekomst komt er niet. 
Maar ineens is er een andere toekomst. Eentje die ik heel lang niet heb kunnen zien, die ik heb afgehouden. Niet aan mij besteed. Ik was druk bezig om moeder te worden. En ineens gaan er deuren open om een andere toekomst binnen te laten. Ik weet niet zo goed wat ik er mee moet, kan, wil. Heel voorzichtig, maar wel als een olifant in porseleinkast, stap ik de wereld van het daten binnen. Mannen, leuke mannen, interessante mannen. Ineens kom ik met ze in contact en vind ik het nog leuk ook! En vinden ze mij ook leuk. Nou ja zeg! En dan doe ik op z'n Merels, vol er in gaan. Met mijn hele zijn stap ik er in en ga mee. En vergeet mijn verdriet. Niet echt natuurlijk, maar even voor een weekje gewoon op volle kracht vooruit en leuke dingen doen. 

Maandag kwam ik weer even tot stilstand. Het gesprek met de counselor. Ik keek er naar uit en zag er ontzettend tegenop. Het gesprek dat ik nooit met haar had willen voeren is nu toch daar. Het gespreksonderwerp wat ik niet wil bespreken. Hoe ga ik dit een plekje geven? Hoe ga ik mijn verdriet handelen?
Een uur lang heb ik gehuild, vragen gesteld, hulp gevraagd en me machteloos gevoeld. Ik wil dit niet voelen. Ik wil niet rouwen. Ik wil niet ongewenst kinderloos zijn. Waarom moet ik dit doormaken? Waarom mag ik geen mama worden? 
Ze reikt me een helpende, troostende hand. Laat me praten, geeft antwoorden, laat me nadenken. En geeft handvatten hier mee om te gaan. En zegt dat ze het zo verdrietig voor me vindt. En dat is het. Zo verdrietig. 
Maar ik ga dit aanpakken. Ik ga mijn rouwproces aan. Het moet. Ik wil niet maar ik wil wel. Ik neem er de tijd voor. Ga er bewust voor zitten. En rouw. 
En daarnaast geniet ik. Van alles om me heen. Mijn lieve vriendinnen die er voor me zijn. Die naar me luisteren. Van de leuke man die mij schijnbaar ook leuk vindt. Van een soort van vrijheid die ik heb gekregen. Van mijn collega's die zo ontzettend lief voor me zijn en met me meeleven. Soms zelfs meehuilen. Mijn ouders die op hun manier met me meeleven en er voor me willen zijn. 

Ik ben een gezegend mens met alles wat ik wel heb. En ik hoop dat ik mijn kinderwens daar straks bij kan zetten. Dat ik dat een plekje heb gegeven en kan zeggen dat ik mij er rijker door ben gaan voelen. Dat ik ben gegroeid van dit immense verdriet. Maar nu nog even niet. Nu doet het alleen nog verdomd veel pijn. En spring ik gewoon weer even op de trein om niet steeds die pijn te hoeven voelen.

zondag 26 januari 2014

Voorbij

Zondagavond, 19 januari, doe ik een test. Wit. Hagelwit. Ik kijk er oprecht verbaasd naar. Hoe kan dit? Ik had op z'n minst een licht roze streepje verwacht. Mijn gevoel was de laatste dagen wisselend. Had er weinig vertrouwen meer in. Maar toch. Die eerste week; ik was er van overtuigd dat ik zwanger was. Op niets gebaseerd, puur op een gevoel. Ik had naar mijn idee de innesteling gevoeld en ook daarna voelde ik zoveel. Hoe kan dit? Dat het misschien weer niet goed was gegaan na de innesteling was een gedachte die veel naar boven kwam de laatste dagen. Dat er helemaal geen innesteling is geweest, geen vruchtje die aan het groeien was, had ik niet verwacht.
Uren heb ik als verdoofd op de bank gezeten. Steeds maar weer de test bekeken. Niet zwanger. Dat was het dan. Het is voorbij.

De afgelopen week is een rollercoaster geweest. Vol gevoelens, emoties, tranen. Wat voel ik me op sommige momenten alleen. Intens alleen. En wat doet dit verdomd veel pijn. Zoveel pijn. Ik eet er niet door, slaap slecht en de concentratie is ver te zoeken. Waarom moet ik dit doormaken? Waarom ben ik aan dit verdomde traject begonnen? Ik heb eigenlijk nooit ergens spijt van, geef er altijd wel een positieve draai aan, maar wat haat ik de dag dat ik hier aan ben begonnen. Nooit gedacht dat ik op dit punt zou aankomen. De dag waarop ik zal moeten gaan accepteren dat ik ongewenst kinderloos zal blijven.
De vraag waarom bleef vooral de eerste dagen maar in m'n hoofd rondspoken. Waarom mag ik niet zwanger worden? Waarom is het worden van de liefste mama van het liefste kindje van de wereld, niet voor mij weggelegd? Ik zou het zo goed kunnen! Wil het zo graag. Heb zoveel liefde en aandacht te geven. 
Waarom niet?

Op het werk vliegt de verantwoordelijkheid die ik voel voor mijn patiënten mij aan. Wat ik doe, doe ik altijd met 100% inzet. Privé en op het werk. Ik kan het allemaal niet meer overzien. Mijn hoofd is zo vol. Gedachten tuimelen door elkaar, er is weinig ruimte voor wat anders. 
Ik vergeet dingen, patiënten moeten mij steeds aan dingen herinneren. Wat afschuwelijk. 's Nachts lig ik te piekeren of de patiënt wel de juiste zorg heeft gehad, of ik geen dingen ben vergeten. Dit gaat zo niet. Mijn leidinggevende stuurt me naar de bedrijfsmaatschappelijk werker en hij mij naar huis. Morgen weer opnieuw beginnen, zonder eigen patiënten, gewoon ter ondersteuning van m'n collega's. Ik mag naar huis wanneer ik dat wil. Het voelt goed even los te kunnen laten. In ieder geval iets los te kunnen laten.

Het is voorbij. Is het echt voorbij? Ik denk het wel. Zo voelt het in ieder geval wel nu. Er is ook een raar gevoel van opluchting. Geen hormonen meer, geen teleurstellingen meer, geen wachtweken meer. Geen 'wat als' gedachten meer. Gewoon mijn leven leiden en zien wat er op mijn pad komt.
En dan komt weer die pijn. Want dus ook geen kindje die ik zal dragen, die ik zal baren en lief zal hebben. Verdomme zeg, het is gewoon voorbij.